Bach als hofcomponist

De tweede helft van het seizoen 2004/2005 opent het barokorkest van de Nederlandse Cantorij met feestelijke orkestmuziek van Johann Sebastian Bach (1685-1750).

Bach vereerde in 1721 — hij was toen Hofkapelmeister te Köthen — Christian Ludwig, Markgraaf van Brandenburg met Six Concerts avec plusieurs instruments, die later beroemd zijn geworden als de zes Brandenburgse concerten. Zij worden gekenmerkt door hun gevarieerde instrumentale bezetting.
In het Vijfde Brandenburgse Concert BWV 1050 in D Dur vormen de solo-violist, de solo-fluitist en de clavecinist het stralend middelpunt. Zij wedijveren in virtuositeit met elkaar en met het orkest.
Tijdens dit feestelijke Bachconcert worden tevens de concerten voor twee en drie clavecimbels en orkest uitgevoerd.

De uitvoerenden zijn Kees Hülsmann (barokviool), Hanneke Provily (traverso), Wouter Koelewijn, Janno den Engelsman en Maarten Kooij (klavecimbel). Het Barokorkest van de Muziekkring De Nederlandse Cantorij staat onder leiding van Maarten Kooij.
Het orkest bespeelt originele 18e-eeuwse instrumenten of kopieën daarvan.